Zoals ik al zei, is het een groepsexpositie en wel van 3 kunstenaars, namelijk Leen Alting, Bram de Jong en Marja Vink. De doeken zijn van Leen, de vilten planten zijn van Bram en de wereldborduursels zijn van Marja.

Leen werkt met collages van bedrukte stof of bedrukt papier. Deze beelden combineert hij met elkaar met, als laatste laag, een folie of film. Op deze filmlaag zijn één of meerdere zwart-wit foto's afgedrukt. Deze laag bepaalt meestal het onderwerp zoals een portret of een gebouw. De transparantie van de folie zorgt ervoor dat de onderliggende lagen een achtergrond vormen voor de bovenste afbeelding waardoor er een contrasterende wereld ontstaat. Je kunt als toeschouwer door deze gelaagdheid heenreizen en je eigen wereld ontdekken.

Veel voorwerpen om ons heen zijn vooral functioneel waardoor we ons niet meer afvragen waarom ze “zo zijn”. Het gaat Bram, bij zijn keuze van de voorwerpen, niet om de functie die ze hebben maar veel meer om de plaats die ze innemen in ons leven. De vorm die ze hebben blijft behouden, zelfs de afmetingen, echter niet het materiaal waarvan ze zijn gemaakt. Het geheel onderzoekt hij door de voorwerpen exact na te maken waarbij hij een totaal ander materiaal gebruikt. Hierdoor wordt overduidelijk dat het voorwerp in deze uitvoering totaal onbruikbaar is geworden waardoor we ineens op een geheel andere wijze naar het object dienen te kijken. Dit sterke contrast tussen functie en uitvoering doet ons weer realiseren wat er om ons heen gebeurt en misschien ook wel waarom.

Omdat we tegenwoordig overspoeld worden met nieuws heeft dit nieuws de eigenschap dat het na een tijdje vervaagt. Het verbleekt in het schijnsel of de schaduw van nieuwe dingen. Hierdoor zijn we zelfs zeer ellendige dingen al weer snel vergeten. Deze vervaging geeft Marja weer door meerdere lagen over elkaar heen te leggen.
Als uitgangspunt voor haar borduursels gebruikt Marja het nieuws zoals zich dat opdringt in de krant met als basis de krantenfoto’s. In de borduursels kom je de volgende onderwerpen tegen: de beurscrisis, Afghanistan, werkgevers-werknemersoverleg, inburgeringscursus, etc. Heel actueel werk dus.
Zoals u vast hebt begrepen, staat deze expositie eveneens in het teken van het Textielweekend van 2-4 oktober. Heel Tilburg staat dan op z’n kop én in het teken van textiel. Dit uiteraard vanwege de tilburgse historie als textielstad. Aan deze historie kleeft ook een hardnekkige anekdote. Namelijk die van de Kruikenzeikers.
U krijgt ondertussen allemaal een borreltje. Wilt u dat nog even bewaren, hoe verleidelijk het ook is.
Hoe het precies zit met de ‘Kruikenzeiker’ weet niemand. Vermoedelijk werd urine gebruikt bij het wassen en het verven van wol en hebben Tilburgse textielarbeiders hun plas verzameld in kruiken en de inhoud verkocht aan fabrikanten. Door de wol met urine te wassen, werd de wol, hoe gek het ook klinkt, gereinigd. Deze legende wordt op dit moment onderzocht door de TU Eindhoven in opdracht van het Textielmuseum. Dit kunt u teruglezen op pagina 12 van het programmaboekje.
U hebt inmiddels allemaal een borreltje gekregen van een drankje dat uit een stenen kruik komt. Ben gerust het is geen plasje maar een Schrobbelèr. Gebotteld in een stenen kruik als eerbetoon aan de tijd waaraan onze voorouders de eeuwig durende bijnaam verdienden, namelijk de Tilburgse Kruikenzeikers.
Wij vonden dit wel een passende manier om de verre, verre oorsprong van deze expositie te vieren en met een toost deze expositie voor geopend te verklaren.
Proost!!
Wilfred van der Velden - Galerist/curator