Deze expositie staat helemaal in het teken van textiel en diverse kunstuitingen binnen dit thema en dit materiaal. Zoals u ziet, is het materiaal op zeer uiteenlopende wijzen gebruikt. De ene keer als dragermateriaal, dan weer als vormgever of als “tekenmateriaal” .
Zoals ik al zei, is het een groepsexpositie en wel van 3 kunstenaars, namelijk Leen Alting, Bram de Jong en Marja Vink. De doeken zijn van Leen, de vilten planten zijn van Bram en de wereldborduursels zijn van Marja.
In december 2008 waren wij bij Leen Alting in Amsterdam om kennis te maken met hem en zijn werk. Leen en wij waren al meteen enthousiast en we zagen uit naar deze expositie. Leen gaf aan dat hij ziek was maar wij wisten toen niet hoe ernstig. Enkele maanden daarna namen wij nog eens contact op om een en ander door te nemen en toen hoorden wij van zijn vrouw Rita dat Leen ondertussen overleden was. Daar zijn we uiteraard enorm van geschrokken. Leen is slechts 55-56 jaar oud geworden. Hij heeft wel met zijn vrouw afgesproken dat zij zijn afspraken na zou komen, vandaar dat wij vandaag het werk mogen tonen van deze fantastische kunstenaar. Wij zijn daar Leen en Rita heel dankbaar voor.
Leen werkt met collages van bedrukte stof of bedrukt papier. Deze beelden combineert hij met elkaar met, als laatste laag, een folie of film. Op deze filmlaag zijn één of meerdere zwart-wit foto's afgedrukt. Deze laag bepaalt meestal het onderwerp zoals een portret of een gebouw. De transparantie van de folie zorgt ervoor dat de onderliggende lagen een achtergrond vormen voor de bovenste afbeelding waardoor er een contrasterende wereld ontstaat. Je kunt als toeschouwer door deze gelaagdheid heenreizen en je eigen wereld ontdekken.
Het werk van Bram de Jong is, ik zou haast willen zeggen “aardser” maar zeker met evenveel diepgang. Bram zegt daar zelf van “In de mij omringende, banale omgeving ben ik op zoek naar elementen die tot mijn verbeelding spreken. Ik onderzoek de alledaagsheid door objecten die een plek binnen het ‘gewoonheidskader’ hebben gekregen, uit te lichten en als basis voor mijn werk te nemen.”
Veel voorwerpen om ons heen zijn vooral functioneel waardoor we ons niet meer afvragen waarom ze “zo zijn”. Het gaat Bram, bij zijn keuze van de voorwerpen, niet om de functie die ze hebben maar veel meer om de plaats die ze innemen in ons leven. De vorm die ze hebben blijft behouden, zelfs de afmetingen, echter niet het materiaal waarvan ze zijn gemaakt. Het geheel onderzoekt hij door de voorwerpen exact na te maken waarbij hij een totaal ander materiaal gebruikt. Hierdoor wordt overduidelijk dat het voorwerp in deze uitvoering totaal onbruikbaar is geworden waardoor we ineens op een geheel andere wijze naar het object dienen te kijken. Dit sterke contrast tussen functie en uitvoering doet ons weer realiseren wat er om ons heen gebeurt en misschien ook wel waarom.
Marja Vink maakt aan de hand van krantenfoto’s, wat zij zelf noemt “Wereldborduursels”. De afbeeldingen zijn geborduurd met de naaimachine op doorzichtige stof, in verschillende lagen over elkaar heen. De loshangende draden laat zij vaak hangen waardoor dit “levenslijnen” worden die nog contact houden met de buitenwereld.
Omdat we tegenwoordig overspoeld worden met nieuws heeft dit nieuws de eigenschap dat het na een tijdje vervaagt. Het verbleekt in het schijnsel of de schaduw van nieuwe dingen. Hierdoor zijn we zelfs zeer ellendige dingen al weer snel vergeten. Deze vervaging geeft Marja weer door meerdere lagen over elkaar heen te leggen.
Als uitgangspunt voor haar borduursels gebruikt Marja het nieuws zoals zich dat opdringt in de krant met als basis de krantenfoto’s. In de borduursels kom je de volgende onderwerpen tegen: de beurscrisis, Afghanistan, werkgevers-werknemersoverleg, inburgeringscursus, etc. Heel actueel werk dus.
Zoals u vast hebt begrepen, staat deze expositie eveneens in het teken van het Textielweekend van 2-4 oktober. Heel Tilburg staat dan op z’n kop én in het teken van textiel. Dit uiteraard vanwege de tilburgse historie als textielstad. Aan deze historie kleeft ook een hardnekkige anekdote. Namelijk die van de Kruikenzeikers.
U krijgt ondertussen allemaal een borreltje. Wilt u dat nog even bewaren, hoe verleidelijk het ook is.
Hoe het precies zit met de ‘Kruikenzeiker’ weet niemand. Vermoedelijk werd urine gebruikt bij het wassen en het verven van wol en hebben Tilburgse textielarbeiders hun plas verzameld in kruiken en de inhoud verkocht aan fabrikanten. Door de wol met urine te wassen, werd de wol, hoe gek het ook klinkt, gereinigd. Deze legende wordt op dit moment onderzocht door de TU Eindhoven in opdracht van het Textielmuseum. Dit kunt u teruglezen op pagina 12 van het programmaboekje.
U hebt inmiddels allemaal een borreltje gekregen van een drankje dat uit een stenen kruik komt. Ben gerust het is geen plasje maar een Schrobbelèr. Gebotteld in een stenen kruik als eerbetoon aan de tijd waaraan onze voorouders de eeuwig durende bijnaam verdienden, namelijk de Tilburgse Kruikenzeikers.
Wij vonden dit wel een passende manier om de verre, verre oorsprong van deze expositie te vieren en met een toost deze expositie voor geopend te verklaren.
Proost!!
Wilfred van der Velden - Galerist/curator
zaterdag 26 september 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)