dinsdag 9 november 2010

Rubber, staal, beton

Ter gelegenheid van opening expositie Dennis Teunissen 'Ga direct naar binnen, sluit deuren en ramen’, galerie Kap Pur Tilburg, November 2010 - door Kees Wennekendonk

Meer info: http://www.kappur.com

Voor ons staat een halfnaakte man,
wij kijken op zijn rug
hij heeft geen kwaad in de zin
het is een penseel

Hier geen gras, geen straten, geen granaten, geen water
geen verlaten kroeg, geen desolate mensen aan een bar
nooit is het hier nacht, op deze plaats kan je -
als je je ledematen tenminste een beetje heel wilt houden - sowieso maar beter helemaal niet komen
en hoe de schilder hier ooit verzeild is geraakt
is vooralsnog een goed bewaard geheim.

Het geheim is echter niet veel groter - of veel kleiner
dan in een film waarin de held - van dichtbij geschoten
aan een klif hangt, of aan een wolkenkrabber
de ogen zichtbaar in paniek, terwijl de cameraman
de doodsbenauwde acteur direct zou kunnen vatten.
Maar houdt u van dit beeld de hoogte even vast.

Want hoog in zijn toren - zo'n toren waaruit moeiteloos
voor het hele land tv-kanalen stromen
- volg met je ogen de pijlers naar omhoog en zoek een silhouet -
staat met wapperende haren, baard, gekleed in lange broek,
bergbeklimmersschoenen en veiligheidsbril, een man
die taferelen tegen het strakblauw van het zwerk penseelt

Ooit klom hij omhoog, spijl voor spijl
elastisch als gesmolten latex, getapt uit rubberbomen
soms hangend aan zijn veiligheidsbedrading
- hoelang, hoe hoog, hoe ijl? –
met in de gordel slechts drie basiselementen:
rubber, staal, beton - tot hij er was.

Daar vond hij een container, dat werd zijn huis en haard
nam een weekje rust, deed een plas, en ging toen aan het werk

Op het dak van de wereld schildert hij:

een dronken Mondriaan, een doornen kroon
enorme hopen versleten banden, eindeloze aerialiens,
alarmsirenen, betonnen bunkers, stadsbolwerken
een luchtafweerkanon dat de wacht houdt in de nacht / in dit rijk
rolt het staal over het linnen vloeit het rubber in het raam
zoekt het beton een standbeeld om te dragen

heeft u beeld?

Stalen kabels sjorren aan een wrede dictator,
de oude tiran buigt en valt, maar dan alleen
wat daar uitsteekt, geroeste staken
Ground Zero, wat daar nog stond, denk daaraan,
uit zijn geheven hand rolt een monster,
als glasharde ontkenning - een tyrannosaurus rex

vretend aan een bouwval van alles
dat daar nooit had geleefd, alles scherp
met molenmes geschilderd,
het verlaten zijn van het menselijk hart
en daar dan de schoonheid van
geveegd, gesmolten, gefixeerd

tot het er staat.

En eens per jaar, als de container volgeschilderd is
voltrekt zich een wonder - een klein wonder,
maar een wonder - een wonder op de wind -
opent zich zijn hemel - maken wolken plaats
pakt de schilder zijn verzameld werk
en werpt ze één voor één

uit losse pols rotatie meegegeven
- ga direct naar binnen, sluit deuren en ramen! -
rondgedeelde schoppenazen
zeilend door het luchtruim
vrolijk wiegend naar beneden
losgebroken vliegers, linkse zomersneeuw.

En als de lucht is leeggeregend, geen druppel rest
de doeken rusten tussen koeien in de wei
verschijnt een vliegtuig lichtzoemend aan de einder
aan de stuurknuppel een kind dat kusjes blazend
'True blue, baby I love you' schrijft, in letters, wol en wit
heeft u geluk: het hangt daar voor u - aan de muur.

Kees Wennekendonk, november 2010