woensdag 31 augustus 2011

Heidi Wulms, Elmer de Gruijl en Ron Amir

Verslag van Ivo Cuppens

Terug van de kunstreis naar Luik en na het maken en versturen van een viertal verslagen van die reis, bezocht ik vanmiddag de Galerie Kap Pur aan de Korvelseweg 151 in Tilburg. Heel bijzonder werk trof ik daar aan van de boven vermeldde schilders. Ofschoon de expositie nog maar t/m vier september te zien is (Wo 11-18, Do 11-20, Vrij 11-18, Za 13-17 en laatste zo vd mnd 13-17 uur) wil ik er toch nog verslag van doen omdat de werken mij zeer aanspraken. Vooral het werk van Heidi Wulms maakte indruk.

Heidi Wulms, Me and my gun III, olieverf op doek 133 x 160 cm, 2010

Dit grote werk pakt je meteen, dat komt vooral door de ogen van de vrouw die je recht aankijken en de aandacht van de toeschouwer vasthouden. Je ziet hoe hyperrealistisch de starende ogen geschilderd zijn en hoe scherp de spieren en botten van het lijf en het nonchalant naar beneden gegleden schouderbandje weergegeven zijn.

Opvallend is het contrast van het strenge, strakke gelaat met de decoratieve achtergrond, waarbij nog net een stukje van een nogal huiselijke, romantische schemerlamp te zien is.
De vrouw stelt je voor een raadsel. Uit het gesprek dat ik met de op de expositie aanwezige kunstenares had, bleek dat zij de interpretatie van het schilderij aan de toeschouwer overlaat. Ook de titel biedt als zodanig weinig houvast. Overpeinst deze vrouw hoe zich los te maken uit de geordende huiselijke omstandigheden ? De ernstige en strakke gezichtsuitdrukking spreekt voor een dergelijke problematiek. Een van de kenmerken van kunst is, dat zij vragen en verhalen uitlokt en dat is hier zeker het geval.

Van Wulms zijn nog twee grote portretten aanwezig die getuigen van haar geheel eigen stijl waarbij vooral de weergave van de ogen heel bijzonder is. In het ene portret zijn de ogen bijna dicht geknepen, het andere portret toont de zachte maar ook tegelijk wat verwarde ogen van een bejaarde vrouw

Ook de werken van Ron Amir en Elmer de Gruijl getuigen van een volstrekt eigen stijl.

Elmer de Gruijl, De bungalow, acryl op linnen, 185 x 145 cm, 2010.

De toelichting bij de expositie vermeldt dat Elmer de Gruijl gefascineerd wordt door personages die zich verlaten voelen in de massa. De massa is op dit schilderij niet te zien, in tegendeel het stel zit er verlaten en buitengesloten bij.

Dit werk doet mij sterk denken aan het schilderij dat Otto Dix schilderde in 1921 en waar hij zijn verarmde ouders weergeeft tijdens de crisisjaren, ook zij kijken, gezeten naast elkaar, vreugdeloos en uitzichtloos voor zich uit. Dit schilderij van de Gruijl kleurt even grauw en roept daardoor een sfeer op van verval, eenzaamheid en verloedering.

De titel De bungalow roept vraagtekens op. Achter een vergrijsde muur zijn wel de daken van saaie, eenvormige rijtjeshuizen (van de massa ?) te zien maar een bungalow is nergens te bespeuren. Was het stel eerder de trotse bezitter van een bungalow en zijn ze met bankstel en al buitengezet ?

De auto voor de garagedeur op de achtergrond lijkt op een soort verlopen Wartburg uit de Oost-Duitse tijd en past bij het droeve beeld. De vrouw zit er berustend bij, terwijl de man met zijn grote bril nog steeds de status van een intellectueel uitstraalt. Dat wijst erop dat er eerder betere tijden waren voor het stel.

Als kunst, zoals hier, getuigt van een bepaalde tijdgeest geeft dat een extra dimensie aan het kunstwerk. We herkennen de armoede, het isolement en de uitzichtloosheid en worden er door aangesproken.

Ivo Cuppens, Gilze, 28 augustus 2011.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten